donderdag 26 februari 2009

Nederland


Mijn laatste actie op het land waar de eerste gele vlinders al vliegen en fel afsteken tussen al die vale winterse kleuren. Tot in Nederland

zaterdag 21 februari 2009

Mier


Na een paar dagen helder zonnig weer krijg ik de lentekriebels al is het nog maar februari.
Aan de opkomende krokusjes en de eerste veronicaatjes kun je zien dat ik niet alleen daar in sta.
Maar waar ik het vanmiddag tijdens het wandelen het echt aan zag, was het krioelende rode mierennest. De grond bewoog weer. Overal liepen de rode soldaatjes nog een beetje stijf en suffig van de koude winter weer voor het eerst op het bospad. Druk hun enorme nest weer in orde aan het maken. Aangezien de mier overal in de wereld het meest voorkomt, kun je zeggen dat het succesvolste diersoort is.


dinsdag 17 februari 2009

11 februari Elfjefeb

MERCI


Dank jullie wel allemaal voor de heerlijke felicitatie, krabbels, mailtjes, kaarten en postpakket.
We hebben een hele fijne verjaardag gevierd in Bordeaux, in musea, in de tuin van Napoleon Bonaparte, langs de kade van de Garonne en natuurlijk in verukkelijke eettentjes.

dinsdag 10 februari 2009

Dit is Inez

Deze vrouw heet Inez en naar deze vrouw op de afbeelding ben ik genoemd.
Inez zat op de koninklijke kunstacademie in Den haag in dezelfde klas als mijn vader.
De naam Inez is bij mijn vader en moeder(want die kende hij toen al) blijven hangen en negen jaar later, 11 februari, vandaag 42 jaar geleden, hebben zij mij ook Inez genaamd.

Inez Koster, hier op het schilderij van Paul Citroen, die toen docent was van hun beide op de academie heeft haar geschilderd.

zondag 8 februari 2009

Doodskloppertje


Ik lig op het logeerbed in ons oranje gele kamer en hoor een hol geluid, het komt uit de hoek van het nachtkastje vandaan. Ik luister, schuif het kastje een stuk weg, zie niks en hoor nog steeds een ritmisch geklop. Het geluid komt van uit de plint. Het is het Doodskloppertje. Door de klankkast van de plint klinkt het geluid bijna muzikaal. 1,2,3..1,2..1,2,3..1,2..1,2,3..1,2..
,
Of ik nou terug tik tegen de plint, luid zing of op de planken vloer stamp, het doodskloppertje blijft volhouden. Het ronde warme geluid van hout geklop gaat door en door. Dat zo’n klein knaagkevertje van 14mm de kamer met geluid kan vullen, is verbazingwekkend. De mannetjes kloppen met hun kop en dekschild tegen het hout als een balsemdans om de vrouwtjes te lokken.
,
Vroeger in de oude dagen, dachten ze als het doodskloppertje zeven keer klopt, er iemand spoedig zou sterven. Wist dat kevertje veel dat hij de mensen de schrik van de dood zou aanjagen, terwijl hij juist zin had in een stevige vrijpartij die ging zorgen voor veel nakomelingen die lekker in het hout konden knagen, de gewone houtworm. Zo’n klein kevertje, zo’n grote invloed. En ook op mij want de dood staat daar misschien niet als ijzeren Hein zelf te kloppen, maar dood als gevolg van instortinggevaar door verpulverd hout is goed mogelijk!

het doodskloppertje & larve

donderdag 5 februari 2009

Phasmatidae

Dieren gaan soms dus dood, om wat voor rede dan ook en soms wordt er nieuw leven geschonken. Nou bij mij (in huis) is er letterlijk een explosie van geboortes. Mijn wandelendetak, Takki 2 psg.1 heeft gezorgd voor ongeveer 40 nakomelingen. Waarschijnlijk heeft het stoken met de kachel daar versnelling in gebracht. Zielig voor ze want de klimop die ze eten is er nog niet klaar voor.

De takkies die ik heb, zijn alleen vrouwtjes en zorgen voor een maagdelijke voortplanting (misschien moet ik haar Maria noemen) of anders uitgedrukt: parthenogenese.
Mijn takki 2 Maria legt dus onbevruchte eitjes die wel uitkomen. Een volgroeide tak uit zeven vervellingen kan wel 2 a 3 eitjes per dag leggen. In hun totale leven kan dat oplopen tot 300 stuks.

In dit geval gelukkig hoewel het toch net zo goed zielig blijft, sneuvelen er wel eens een paar. Ook het hok verschonen van verse klimop is een verwarrende taak aangezien een takki toch wel veel op een echt takje lijkt en ze niet zo uitbundig bewegen uit zichzelf. Wel als je ze aanraakt kunnen ze krommen en wiegen. Je zou het niet verwachten maar het zijn wilde nachtdieren, als wij dus vredig slapen is het bij hun een dolle krioelende bende. Ze beginnen touwens als piep klein takki, nog kleiner dan een vrouwenpinknagel, nog met hun eitje aan hun achterlijfje, zo schattig, zo klein, net geboren uit het dopje. En geen één mannetje is er te pas aan gekomen. Mooi hè!