dinsdag 20 april 2010

Op de valreep

Gister zag ik haar nog lopen. Ze is niet van hier daar voor heeft ze een te exotische uitstraling. Ze loopt wel wat schichtig rond en ondanks haar uitzonderlijke schoonheid, is ze wat aan de mollige kant.

Maar waarom juist vandaag deze twee zaken samen moesten komen, weet ik niet. Het stemt mij treurig. Zaken herhalen zich. Een teken dat het leven hier wortel schiet. We verankeren in taken en gewoontes. Toch zijn er nuances, zoals ook deze keer. De man die vorig jaar dezelfde tijd ons winterhout kwam brengen, groot en sterk, loopt nu mank. Een grote boomstam heeft zijn linkerbeen op meerdere plaatsen gebroken en zijn knieschijf versplintert. Alleen had hij daar gelegen in het bos.

Maar nu weer terug bij me mooie oosterse buurmeisje, blijkt deze dame ongemerkt verhuist te zijn van de lege spookvilla naar onze houtschuur, juist nu er met veel geweld gestapeld wordt. Nog maar een halve nacht oud, liggen ze daar alleen, zacht kermend, verbaast dat mama weggevlucht is. Wij zien ze niet, ze liggen ergens onder en achter, we horen hun prille gejammer. Mama gister nog dik, heeft vannacht ze geworpen, toen de houtschuur nog een rustige plek was waar het maar een keer in het jaar rumoerig is. Juist vandaag. De arme schatten zullen wel honger en dorst hebben, als mama nog maar durft terug te komen.

Tot overmaat van ramp, komt Namousia nu net aanhinken, zwaar miauwend met een dikke voet, verdikkeme, morgen gaan we weg!

vrijdag 16 april 2010

61268


Bonjour,



Mon numeró de client est:


Six-un-deux -six-huit

Comment?

Six-un-deux -six-huit.

Madame, cela n’est existe pas!!

Euh… soixant et un- vingtsix- huit?

Soixantet unmille deuxcentssoixantehuit!


Madame. êtes-vous Ines Wviesmah??

Oui (Yeh ! , j’ existe)



Een fragment uit een informatief telefoongesprek over een bestelling:

donderdag 15 april 2010

nok, nok

Het gat van de deur is prachtig maar het is een grote gapende opening. Het zwart van een gulzige mond. Een deurgat is pas echt fijn wanneer er een deur in zit. Open en dicht. Onze schuur, onze shelter veilig gesloten. Daarom komen er deuren in. De oude vol met tochtgaten, vallen uit elkaar. De nieuwe zijn zo groot en sterk als sluisdeuren. Ze kunnen alles buiten of binnen laten, stormbladeren, regenbuien, dierenschimmen, vrolijk theebezoek en oranje avondgloed. Grote machtige deuren van hout, omlijst door hout, gesteund in balk en steen. Onze poort. Ons hemelse mooie nieuwe poort. Die komt dankzij Jeroën.

Terminale Auto

Mijn buurman, de garageman staat wat in zichzelf gekeerd peinzend te kijken als ik langs loop. De normaal luchtig opgeruimde man die grapjes maakt als hij een glimp van mij opvangt is er niet meer. Er is een vlakte ontstaan op zijn terrein. Een immens grote container met grijphaak is twee keer bij hem langs geweest. Rakelings langs onze dakpannen manoeuvreerde hij zijn grote bak. Hij heeft behoorlijk wat oude auto wrakken meegenomen, maar hij lijkt ook een deel van de buurman te hebben afgevoerd. Als ik naast hem kom staan is hij buiten gewoon, niet zichzelf serieus. Het doet hem pijn. Het valt hem behoorlijk zwaar. De lege plekken tussen de over gebleven dooie auto’s. Waarom is moeilijk te verstaan maar wel te begrijpen. Jaren heeft hij er zich mee verbonden, voor hem meer dan oud roest. Het waren dromen, plannen en mogelijkheden. Nu tot stalen propjes verwerkt in recycling. Wat een ruimte hè, zeg ik monter. Wat ga je doen met al dat gras? Parijtje knikkeren, doe je mee, zegt ie. Mijn buurman is weer even terug.

maandag 12 april 2010

KEIHARD

Na veel houtnerven doorklieven werd het tijd voor steen.



Stenen tijdperk.

 
Machtig gevoel wat jaren, eeuwen, miljoenen jaren door de aarde gevormd is wordt met mijn eigen hand in gruzels geslagen. Diep, diep hak ik in de harde laag van moeder aarde. Ik voel haar pantser verkruimelen onder mijn gebik. Poeder op mijn huid. Ik ben de eerste die dit maagdelijk stuk raakt.


donderdag 8 april 2010

Mannenzweet

Vandaag is het top. Het aantal mannen wat nu werk is vijf. Ik delegeer wat, doe de communicatie en neem een paar foto’s maar geniet vooral van hun inspanningen. De zoon van Serge, een van de broers Fabry, helpt mee aan de muur. Hij bikt de grote stenen af en sleept de zakken cement aan. Zijn twee weken paasvakantie. Bof ik even. Drie man sterk aan de muur.


Een man met redelijk kaal en grijzende kop maar met een onmiskenbaar beige pakje aan, staat op de stoep. Onze trap en glazenschuifdeuren zijn gearriveerd. Zo als gewoonlijk past de vrachtwagen niet op het kleine weggetje naar boven. Jeroën pakt de trekker en de aanhanger. Er moet wat gemanoeuvreerd worden met alle auto’s op het terrein. De vrachtwagen keert met zijn kont het weggetje op. De handen en sterke armen van de toch iets belegen man helpen trouw mee de bestelling boven in het huisje te krijgen. Tevreden doe ik het slotstuk. Ik vul de cheque in en zet mijn signature.


Tijdens al deze acties komt er nog een goed lachse jongen met een toets apparaatje in zijn hand aanwandelen of hij een elektriciteit meeting mag uitvoeren. Maar natuurlijk met zo’n veld vol werkende mannen kan zo’n mooie vrolijke jongen er ook nog bij, als de meter maar niet te ver uitslaat met al die wervelende energie hier!

woensdag 7 april 2010

De Muur

Paasweekeind


Ondertussen hadden we een geweldig paasweekeind. Matthieu, Olga, Luna en Jazz die zelf in de Lot en Garonne wonen kwamen bij ons logeren. De eerste dag regende het echt verschrikkelijk Corrèzenachtig maar we waren zo blij elkaar te zien dat ons vreugde de druilerigheid overwon.



De tweede dag brak het zonnetje al af en toe door, met een heerlijk paasontbijt, gezellig zo een tafel vol en Branderburchs muziek van Bach, kwam alles op zijn plek. We zijn traditioneel paaseieren gaan bekladden om ze daarna door mijn vader, die heel blij en verrast was Matthieu weer te zien ( zoon van oude vrienden) te verstoppen in zijn landgoed.


Daarna hebben we alle 22 eieren weer opgegeten als pastasalade bij pasta. En de mannen hebben onder het genot van cognac de avonden tot twee keer toe tot de ochtend verlengd tot de eerste vogels hun bekje opendeden en hun naar bed stuurden.


De derde dag scheen de zon vol op maar toen was het moment van afscheid, ach…. Het zijn eigenlijk onze buren, maar drie en een half uurtjes rijden. Tot de volgende keer.

vrijdag 2 april 2010

De aannemers Gebroeders Fabry


Ze zijn begonnen. Ze zouden eigenlijk na Pasen beginnen maar gisteravond belde Pascal een van de twee op: We komen morgen. D’accord , Parfait, a demain.

Met twee auto’s vet kwamen ze ons smalle weggetje oprijden. Beetje slippend in de blubber.

We gaan eerst kijken en meten. Ok. Toch werden de stempels en de betonmolen alvast uit de pick-up gehaald en neergezet. We lieten ze hun gang gaan. Wat een klus hè!? Zei ik beschouwend. Ach... un deja vu. O ja? Ja, jullie zijn de experts. Nee, geen experts het is ons gewoonte, tout les jour. Ach so. Routine, niet 1x, niet 10x wel 100de xren