dinsdag 5 januari 2010

Monsieur Leopold


Ik kwam terug van een wandeling waarin ik de kale toppen van de reuzen beuken had bewonderd. De toppen waren net zo kaal als mijn leven nu. De structuur goed zichtbaar glimmend van het vocht. Geen franje, geen uitbundige kleur slechts woekerend mos. De eekhoorn die geschrokken rende en sprong van tak naar tak, was mijn onrust die zich nergens aanvast klampt.


De deur openend struikelde ik in mijn vaart zowat over het mannetje dat op de stoel was neergezet in het pad. Petje op, jas nog aan. Aan het kopje koffie in zijn hand kon ik zien dat hij onze gast was. Hij rolde meteen al een tapijt van onverstaanbare woorden voor me uit waarmee ik kon doen wat ik wilde. Ik hoopte dat ik op de goede momenten, oui, non, aha, o, tsss en si zei. Dat lukte niet altijd aan zijn gezicht te zien. Soms pikte ik er een woord uit die ik kende en ging ermee aan de haal. Ik keek naar zijn vale waterige oude ogen maar al snel dwaalde ik dan af naar de bruine speekselslierten in zijn mondhoeken met naar binnen krullende lippen die het roze tandloze kaakbeen amper konden verhullen. Er zat niet alleen plakkerig geel rond zijn mond gekoekt, er liep een heel spoor van bruin langs zijn kin zijn hals in.

Toch was dit invalide mannetje Leopold een aangename verrassing. Twee uur heeft hij bij ons gezeten. Wachtend op Busson de garageman, onze buurman die na de lunch er weer zou zijn. Zijn benen, knieschijven waren kapot, zijn vrouw en hond waren dood. Zijn moestuin verleden tijd. Ja, zo gaat dat herhaalde hij die ook andere tijden had gekend als sterke metselaar die zijn vak met risico’s verstond. Nu kon hij nog alleen maar duimen draaien. Een gebaar wat ik begreep.

Auto rijden kon hij wel, toch een beetje jaloers hielp ik hem met kruk en al de deur uit.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

versta geen moer van

Anoniem zei

leuk verhaal 1