dinsdag 6 mei 2008

na vier weken


De strijd is begonnen. Alles is hier een gevecht. Het huis moet bevrijd worden van dieren. Insecten zijn door stadsmensen een zwaar onder geschatte dier klasse. Behalve de houtworm die behoorlijk aan de balken kan knagen. Wemelt het bij ons ook van de mieren en niet allen in de keukenkastjes maar zij genieten net zo hard van je zeep in de badkamer. Er zit een wespennest onder de nok. Regelmatig hebben we bezoek van bijen en hommels die onze ventilatie gaatjes in het kunststofkozijn beschouwen als modern wonen. Vlooien heeft mijn lieve kat Namousia meegenomen. Spinnen zijn heel normaal. De Teken komen van buiten maar je merkt ze pas binnen als je aan het uitkleden bent. Het zijn van die hele kleintjes, nimfjes genaamd. Ze zijn minuscuul klein maar laten een irritante bult achter waar je na drie weken nog last van hebt en dat niet alleen, het ergste is dat je de ziekte van Lyme er van kan krijgen waarvan de gevolgen niet gering zijn! Dit is dan in het huis waar we wonen. In het andere huis wonen vleermuizen op zolder en in de kelder. Pimpelmeesjes en koolmeesjes hebben hun nestjes deze week gerangschikt in de spleten van de grote stenen in de muur. Over een maand zullen ze ijverig op en aan vliegen om hele kleine snavelbekjes te vullen. Hagedissen zijn overal, met en zonder staart want die heeft Namousia dan er afgepeuzeld. Onze grote vrienden zijn toch wel de zevenslaper of relmuizen, le Loir, die in ons schuur overwinteren en in mei na 7 maanden wakker worden en aan alles knagen wat ze willen. We s’nachts want het zijn nachtdieren. Met hun grote donkere ogen kijken ze je nieuwsgierig aan en je krijgt ze nooit te pakken want ze kunnen net als eekhoorns onderste boven rennen over de takken en balken. Prachtige pluimstaart hebben ze, maar ik zou er nu het liefst een rokje van maken. Het huis en schuur hermetisch dicht maken is de enige nog redelijke vriendelijke manier om ze eruit te krijgen. Het is een beschermd diersoort.

Geen opmerkingen: